Nooit eerder was er een boek over geschreven, alleen een paar artikelen. Op 7 mei 2016 verschijnt het boek ‘Het legerkamp bij Oirschot | 1832-1834’. Een kamp voor 10.000 à 12.000 Hollandse manschappen op Oostelbeers’ grondgebied. Dat was een gigantische invasie van ‘vreemdelingen’, zeker als je bedenkt dat er toen slechts zo’n 900 mensen in de Beerzen en 3800 in Oirschot woonden!
Eind 2013: mijn eerste vergadering met de werkgroep ‘Legerkamp bij Oirschot’. Hierin zitten vertegenwoordigers van drie heemkundekringen (de Beerzen, Oirschot, Vessem) en het Kapittel van Oirschot (initiatiefnemer) én detectoramateur Toon Verspaandonk, de man die honderden mooie vondsten in het voormalige kamp heeft gedaan. De werkgroep heeft grote ambities: er moet een boek komen, een tentoonstelling, een monumentje én een toeristische route. Daarvoor is eerst gedegen archiefonderzoek nodig, want er zijn wel honderden boeken geschreven over de Belgische afscheiding of de Tiendaagse Veldtocht, maar over het Kamp bij Oirschot is nauwelijks een letter geschreven. En de artikelen die er zijn, blijken er bovendien flink naast te zitten, dus iedereen heeft maar wat gegokt en niemand heeft bronnenonderzoek gedaan. Wel bestaan er twee interessante dagboeken: van kapitein Cannegieter en van tweede luitenant Kikkert. Dat wordt dus archieven en oude kranten doorspitten!
Start van de speurtocht
De taken worden verdeeld: ik ga het Kamp bij Oirschot (in Oostelbeers) onderzoeken, Jos van Gils en Marcel van der Heijden duiken in de inkwartieringen bij de inwoners van toen en Hanneke van den Bogaart bestudeert de voorgeschiedenis. Waar begin ik aan? Manlief is niet in dienst geweest, broerlief en vaderlief al evenmin. Vaag weet ik dat mijn zwager militair is. Toch maar eens informeren wat hij daar doet. O jee, kolonel nog wel. Ik schaam me voor mijn geringe interesse en dat terwijl ik in een gemeente woon met de grootste legerplaats van het land.
Misverstanden
De schaarse artikelen die ik over het kamp kan vinden, vermelden dat het in 1831 is opgericht en in 1839 is afgebroken. Fout dus. Uit het Nationaal Archief in Den Haag blijkt dat het een zomerkamp was dat van 1832 t/m 1834 in gebruik is geweest. De vergissing is overigens wel begrijpelijk, want in 1831 was de Tiendaagse Veldtocht en in 1839 werd de Belgische afscheiding formeel bekrachtigd.
Een andere kronkel die ik tegenkom, is dat het kamp zomer én winter in gebruik was. Nee, het was een zomerkamp. Met als doel om de manschappen en officieren van de infanterie te trainen in het militaire handwerk, manoeuvres te houden samen met de cavalerie en artillerie én het moreel op peil te houden tijdens de jarenlange mobilisatie. Elke zomer verbleven er achtereenvolgens twee infanteriedivisies van elk zo’n 10.000 man.
Archieven
Tijdens het spitten in archieven en op internet vind ik steeds meer dagboeken. Leuk! Minstens tien militairen hebben over het Kamp bij Oirschot geschreven en een even groot aantal over het Kamp bij Rijen. Die dagboeken geven een heel ander beeld van het kamp dan de krantenartikelen uit die tijd en de archiefstukken (brieven, orders, marstableaus) die in het Nationaal Archief te vinden zijn. In totaal hebben we daar zo’n zes meter oud papier doorgeworsteld. Jammer genoeg is in de gemeentearchieven weinig over het kamp terug te vinden, wel over de inkwartieringen.
Ervaringen van soldaten
Bij aankomst in het kamp waren de meeste soldaten positief over het kamperen. Er was veel afleiding in de kantines, sociëteiten en kroegen. Maar naarmate het geld op raakte, sloeg de stemming om. Door de wind belandde er altijd stuifzand in de ogen of in het eten, wat bepaald geen pretje was. In het eerste kampjaar werd het kamp ook getroffen door de toen heersende cholera. Uit dagboeken valt te lezen dat de officieren nauwelijks de ‘balk’ (secreet of latrine) durfden te bezoeken, uit angst om ziek te worden. In totaal stierven er die zomer zes mannen aan cholera. Eigenlijk zijn zes doden relatief weinig als je bedenkt dat er ruim 10.000 mannen in zestienmanstenten kampeerden!
Straffe dienst én muziek
De legerleiding hield van een straffe dienst. ’s Morgens om 4 uur opstaan en vanaf 6 uur de eerste oefening op de heide. ’s Middags de tweede oefening en ’s avonds om 21 uur tijd om de slaaptent op te zoeken. Ondanks de strakke dagindeling was er veel verveling en waren er veel ruzies, baldadigheden en vernielingen. Het bezorgde de commandanten en militaire politie de nodige kopzorgen. De straffen waren dan ook niet mals en de gevangenistenten zaten meestal bomvol. Gelukkig had elke infanterieafdeling een muziekkorps dat op zondag concerten gaf om de boel op te vrolijken. Als het mooi weer was, kwamen daar ook honderden inwoners uit de omgeving op af.
Koninklijk bezoek
De prins van Oranje – de latere koning Willem II – bezocht het kamp bijna iedere dag. Hij woonde in Tilburg en ging dan via Moergestel te paard naar het kamp. Daar beschikte hij over een eigen tent. Als de prins in het kamp was, werd de oranjevlag gehesen. Koning Willem I kwam één keer per jaar naar het kamp, voor een grote inspectie en parade op de heide. Deze koninklijke bezoeken waren vooral bedoeld om het moreel van de manschappen hoog te houden en hen gemotiveerd te houden.
Ontdekkingen
Tijdens mijn naspeuringen ontdek ik twee prachtige oude prenten van officierstenten in het Kamp bij Oirschot. Op één van deze prenten is de kerk van Oirschot goed te zien. Samen met de twee historische kaarten van Kikkert en Heaton en de bodemvondsten van Toon Verspaandonk, zijn dit waardevolle tekeningen. Ook vier affiches van operavoorstellingen in ‘Schouwburg Concordia’ in het kamp brengen mij in een juichstemming. De ene ontdekking volgt op de andere: liedjes, gedichten en zelfs een toneelstuk over het kamp. Ondanks de relatief korte speurtocht heeft deze een schat aan waardevolle informatie en unieke prenten opgeleverd.
Boek en tentoonstelling
In het boek staan leuke wetenswaardigheden over het kampleven, bijvoorbeeld over de sociëteiten en winkeltjes, marketentsters en wasvrouwen, opera’s en orkestuitvoeringen, stormen, ziektes en bezoeken van de kroonprins. Het boek is vanaf 8 mei te koop. Dan start ook de gelijknamige tentoonstelling in museum de Vier Quartieren in Oirschot. Op Facebook is een voorproefje te zien en op 25 april 2016 is er om 20.00 uur een lezing over dit legerkamp bij Ons Mevrouw in Middelbeers.